Onderwijsprogramma

Het voortgezet speciaal onderwijs (vso) kent drie richtingen. Deze richtingen heten uitstroomprofielen. Voor elke leerling wordt een ontwikkelingsperspectief vastgesteld dat hierop aansluit. Soms is daarnaast een (tussentijdse) overstap naar een reguliere school met passende ondersteuning mogelijk. We sluiten hiermee aan op het landelijk doelgroepenmodel van de sectorraad voor gespecialiseerd onderwijs.

Leerroutes en uitstroomprofielen

Welke leerroute het beste past, hangt af van verschillende factoren. Zo kijken we bijvoorbeeld naar IQ, maar ook naar de schoolse vaardigheden, sociaal-emotionele redzaamheid en belemmerende en bevorderende factoren. Onze school heeft deze leerroutes met uitstroomprofielen:

  • Leerroute 1 en 2: dagbesteding
  • Leerroute 3: beschutte arbeid
  • Leerroute 4: (beschutte) arbeid
  • Leerroute 5: vervolgonderwijs
  • Leerroute 6: vervolgonderwijs

Hoofdvakken

De vakken in het voortgezet speciaal onderwijs zijn:

  • Nederlandse taal
  • Rekenen en wiskunde
  • Mens, natuur en techniek
  • Mens en maatschappij
  • Sport en bewegen
  • Culturele oriëntatie en creatieve expressie
  • Leergebied overstijgende doelen zoals ‘Leren leren’ en sociale vaardigheden
  • Voorbereiding op arbeid of dagbesteding
  • Engels (leerroute 3)

Fasen in het onderwijs

In het voortgezet speciaal onderwijs op De Blink doorlopen leerlingen drie fasen: onderbouw, middenbouw en bovenbouw. We werken niet met een jaarklassensysteem.

Onderbouw (12 tot en met 14 jaar)
Leerlingen krijgen een breed vormend lesaanbod met spreken en luisteren, lezen, schrijven, rekenen, oriëntatie op mens en wereld, sociale en communicatieve vaardigheden, kunstzinnige oriëntatie en bewegingsonderwijs. Daarnaast maken de leerlingen kennis met verschillende praktijkvakken, zoals koken, huishoudkunde, werken in het groen, algemene technieken en kaarsen maken. Ook een interne stage maakt deel uit van het onderwijsprogramma.

Middenbouw (14 tot en met 16 jaar)
Leerlingen ontwikkelen hun persoonlijke interesses en capaciteiten. Het accent verschuift naar arbeidsvoorbereiding, specifieke praktijkvakken en bijpassende theoretische vakken. De praktijkvakken zijn er om werknemersvaardigheden te oefenen. Leerlingen werken bijvoorbeeld in de keuken, de schoonmaak, techniek of de tuin. Eén dag in de week leren ze in de praktijk bij bedrijven of in vormen van dagbesteding, praktische opdrachten of workshops.

Bovenbouw (16 tot en met 18 jaar)
De toeleiding naar de naschoolse periode staat centraal. Voor een aantal leerlingen betekent dit werken in een beschermde situatie zoals dagbesteding, voor anderen (beschut) werk. De voorbereiding gebeurt in de praktijkvakken, op de stageplek en door een aanbod van theorievakken dat aansluit op de toekomst van de leerling. Werknemersvaardigheden en training in praktisch burgerschap maken onderdeel uit van het programma.

Overstappen en verdere ontwikkeling

Kan je zoon of dochter in het reguliere onderwijs de ondersteuning krijgen die nodig is? Dan kan hij of zij tussentijds overstappen. Ook zijn er mogelijkheden voor verdere studie en ontwikkeling. Bijvoorbeeld op de Spelderholt Academie. Meer informatie vind je op www.parcspelderholt.nl/academie.